Het speciaal basisonderwijs (SBO) is bedoeld voor leerlingen die het niet redden op de reguliere basisschool. Het betreft leerlingen die leerproblemen en/of gedragsproblemen hebben. De kinderen kunnen meerdere hulpvragen tegelijk hebben. Bijvoorbeeld kinderen met ADHD, dyslexie, dyscalculie, autisme, of kinderen die moeite hebben met leren.
Voor wie
Het speciaal basisonderwijs is voor leerlingen met lichte problematiek waarvoor de reguliere basisschool geen ondersteuning kan geven. Het gaat dan om kinderen met opvoedings- en gedragsproblemen en kinderen die veel moeite hebben met leren.
Meer aandacht
Op een speciale basisschool is er meer tijd en aandacht voor uw kind. De groepen zijn kleiner: gemiddeld 15 leerlingen per klas. De klas is daardoor rustiger. Uw kind krijgt meer aandacht van de leerkracht en heeft minder last van prikkels. Bovendien is er binnen de school meer expertise aanwezig. Er zijn speciaal geschoolde medewerkers, zoals een psycholoog, speltherapeut of logopedist.
Het onderwijs
Het speciaal basisonderwijs valt onder de Wet op het primair onderwijs, net als reguliere basisscholen. Dat betekent dat uw kind dezelfde lesstof krijgt aangeboden. Uw kind heeft wel langer de tijd om zich de lesstof eigen te maken. Tot het eind van het schooljaar waarin uw kind 14 jaar wordt mag uw kind op de speciale basisschool blijven. Uw kind kan ook eerder doorstromen als u en de school vinden dat uw kind daar aan toe is. Na de speciale basisschool stromen de meeste kinderen door naar een reguliere middelbare school.
Toelating en terugstromen
Niet ieder kind kan naar een speciale basisschool. Voor toelating is een toelaatbaarheidsverklaring nodig van het samenwerkingsverband. Gaat het goed met uw kind op het speciaal basisonderwijs? Dan is het soms mogelijk dat uw kind terugstroomt naar het reguliere onderwijs. Ook daarvoor kunt u terecht bij het samenwerkingsverband.